Al weer een hele tijd geleden, 2014, paste ik op een hond en twee katten op een berg in de Haut Languedoc. Vlak bij de plek waar ik jaren daarvoor al met mijn goede vriend Cees Rombout geregeld de tot villa verbouwde katharen ruïne van zijn goede vriend Pan bewaakte als hij met vrouw en kind op vakantie wilde. Een oase van rust met maar één paar buren waarmee je een berg deelde. Één van de buren is inmiddels een goede bekende geworden en bij hem op zijn kasteel heb ik al diverse keren opgetreden. Bij die optredens heb ik ook weer leuke nieuwe mensen leren kennen. En de inmiddels naar Spanje verhuisde buurman heeft me nu al weer uitgenodigd om daar deze zomer een keer te komen spelen.
Omdat ik wat te klein en te rumoerig woon ben ik naarstig op zoek naar andere woonruimte, maar ik ben niet de enige. Zodoende ben ik erg blij dat ik nu al drie weken aan een stuk weer op huizen en katten aan het passen ben van vrienden die op vakantie zijn. En er kwam gisteren al weer een vraag bij.
De laatste week paste ik op het huis en de katten van mijn vriendin Isolde in Delft. Ook erg leuk om weer in Delft te zijn. In een grijs verleden werkte ik daar een dag of vier in de week en dat zo’n 25 jaar lang. Gewoond heb ik er nooit, maar ik voel me er na al die jaren wel thuis. Een van de eerste dagen heb ik De Klomp en de Klok bezocht prachtige authentieke cafés waar ik mooie herinneringen heb liggen en waar ik ook menig maal het volk heb mogen vermaken. Soms gewoon spontaan, maar ook bijvoorbeeld in het kader van het Fringe festival. Ik had zaterdag met een aantal oud bekenden uit de streek afgesproken en heb heerlijk aan de gracht, net als destijds, zitten genieten van een Rochfort 8 en het aangename gezelschap van ondermeer Hélène, Helian en Judith. Één van mijn favoriete collega troubadours, Lucas Florent, kwam nog voorbij op weg naar de noeste arbeid.
Ik heb ook nog even de stoute schoenen aangetrokken en heb op het terras van Van Ouds (De twee kruikjes) op de Molslaan een soort hommage gebracht aan Boudewijn, de oude eigenaar die helaas niet meer onder ons is. Ooit werd ik daar naar binnen getrokken omdat ik hem het lied “Tous les garçons et les filles de mon age” van Française Hardy hoorde spelen en zingen. Sindsdien was ik er regelmatig voor en na mijn optredens in een niet nader te noemen etablissement te vinden. Het was een warm bad. Veel van de vaste gasten van destijds waren aangenaam verrast me weer eens te horen spelen en het rumoerige terras veranderde in een muisstil luisterpubliek. Zeker na de corona-periode, erg fijn om te merken dat ik dat nog kan.
Mocht één van jullie nog een leuke plek weten waar op gepast mag worden, al dan niet op een Franse berg en met of zonder huisdieren die aandacht behoeven, laat het me dan gerust weten. Ik houd ook van (moes)tuinieren en kook graag met groenten uit eigen tuin.